top of page

Typische labwaarden bij de dialysepatiënt

Laboratorium

Over het algemeen worden bij de dialysepatiënt met chronische of acute nierfalen andere laboratoriumbepalingen in het bloed gevonden dan bij een patiënt die een normale nierfunctie heeft en die niet hoeft te dialyseren.

 

Vaak is de reden hiervoor te verklaren aan de hand van de functies van een gezonde nier. Hieronder staan de meest voorkomende afwijkingingen in het lab bij de dialysepatiënt / patiënt met nierinsufficiëntie beschreven. Als je klikt op 'lees meer' zie je de uitleg hoe het komt dat deze labuitslag bij de dialysepatiënt / patiënt met nierfalen anders is of scrol naar beneden. Op deze pagina vind je een wat meer beknopte uitleg over de waarom een bepaalde bloedwaarde afwijkend is bij een dialysepatiënt. Onder het kopje 'verdieping labwaarden' kan per uitslag van het bloed verdieping worden gevonden. 

  • Hemoglobine: verlaagd

  • IJzer en Ferritine: verlaagd

  • Kalium: verhoogd

  • Ureum: verhoogd

  • Kreatinine: verhoogd

  • Natrium: verhoogd of verlaagd

Waarom zijn deze labwaarden afwijkend bij een dialyse-patiënt?

Hemoglobine

Bij de dialysepatiënt / patiënt met nierfalen: verlaagd

Gezonde nieren maken EPO aan, wat het beenmerg stimuleert om rode bloedcellen aan te maken, die op hun beurt weer hemoglobine bevatten om zuurstof te binden.

 

Tijdens hemodialyse treedt onvermijdelijk afbraak van rode bloedcellen op, op het moment dat het bloed de kunstnier passeert. Hierdoor is het hemoglobine-gehalte van de dialysepatiënt tevens vaak verlaagd.

IJzer en Ferritine​

Bij de nierinsufficiënte patiënt / dialysepatiënt: verlaagd

 

IJzer is een bouwstof voor rode bloedcellen en hemoglobine. Door de verminderde aanmaak van EPO heeft de patiënt met nierinsufficiëntie een grotere behoefte aan ijzer om rode bloedcellen en hemoglobine te kunnen opbouwen.

 

Tevens is IJzer-gehalte vaak verlaagd bij de dialysepatiënt door:

  • Gebruik fosfaatbinders: verhinderen naast opname van fosfaat in de darm ook de opname van ijzer uit de voeding.

  • Uitspoelen van ijzer tijdens dialyse

  • Uitspoelen van Vitamine C tijdens dialyse. Vitamine C is nodig voor opname van ijzer uit de voeding.

  • Grotere aanmaak hepcidine. Zie blogpost ‘ijzer en ferritine’

Kalium

Bij de nierinsufficiënte patiënt / dialysepatiënt: verhoogd

 

Oorzaken hyperkaliëmie bij dialyse / nierinsufficiëntie:

  • Vermindere uitscheiding kalium

    •  De nieren kunnen kalium niet meer klaren, waardoor er hyperkaliëmie ontstaat.  

  • Metabole accidose door retentie van zuur H+, wat niet goed uitgescheiden kan worden door insufficiënte nieren.

    •  Kalium is een base en diffundeert ter compensatie van de weefsels de bloedbaan in. Hierdoor wordt het kalium-gehalte in het   bloed  hoger.

  • Hemolyse (afbraak rode bloedcellen) tijdens hemodialyse, door wrijving van bloed op membraan van de kunstnier. 

    •  Hierdoor gaan rode bloedcellen kapot en komt kalium vrij in het bloed. Het kalium-gehalte in het bloed verhoogt hierdoor. 

  • Diuretica

    • Worden vaak voorgeschreven bij nierinsufficiëntie om vocht via de urine kwijt te raken, kunnen ervoor zorgen dat kalium in het bloed achterblijft of juist via de urine verloren gaat.

Ureum

Bij de nierinsufficiënte patiënt / dialysepatiënt: verhoogd

 

Ureum is het eindafbraak product wanneer een eiwit wordt afgebroken tot aminozuren, om een eiwit te maken wat het lichaam op dat moment nodig heeft. Als een eiwit wordt afgebroken tot aminozuren, ontstaat er ammonia. Ammonia wordt in de lever omgezet tot het doorgaans minder schadelijke ureum.

Bij nierinsufficiëntie kunnen de nieren het ureum niet meer goed klaren. Ureum vormt samen met water het grootste bestandsdeel voor gezonde urine.

Kreatinine

Bij de nierinsufficiënte patiënt / dialysepatiënt: verhoogd

 

Waar ureum een afbraakproduct is van eiwitten, is kreatinine dat specifiek voor de spieren. Om de spieren (dus ook hartspieren, darmspieren, etc) van zuurstof te voorzien is creatine nodig, waarbij dit wordt verbruikt. Bij de afbraak van creatine komt kreatinine vrij.

Bij nierinsufficiëntie kunnen de nieren het kreatinine niet meer goed klaren, waardoor het zich ophoopt. Omdat verlies van kreatinine bijna uitsluitend door de nieren kan worden gedaan, is het een goede graadmeter om de nierfunctie te bepalen. Over het algemeen wordt aangenomen dat hoe hoger het kreatinine-gehalte, hoe ernstiger de nierinsufficiëntie is. Echter is het kreatinine-gehalte ook afhankelijk van andere factoren zoals spiermassa.

Natrium

Bij de nierinsufficiënte patiënt / dialysepatiënt: kan zowel verhoogd als verlaagd zijn

 

Gezonde nieren zijn in staat om afhankelijk van de behoefte van het lichaam natrium vast te houden of uit te scheiden via de urine. Hiermee spelen de nieren een belangrijke rol in de water- en zouthuishouding van het lichaam.

 

Hyponatriëmie

Bij de dialysepatiënt / de patiënt met nierinsufficiëntie kan een hyponatriëmie worden aangetroffen. Als de patiënt geen vocht meer kwijtraakt via urine, treedt er overhydratie op. In het bloedvat is hierdoor in verhouding minder zout aanwezig ten opzichte van de hoeveelheid vocht. Er treedt hyponatriëmie op. Ook kan het zijn dat de beschadigde nieren het vermogen om natrium vast te houden verliezen. Hierdoor gaat veel natrium verloren via de urine. 

Hypernatriëmie

Hypernatriëmie komt ook voor: de nieren zijn het vermogen om natrium uit te scheiden juist verloren. Het is onder andere afhankelijk van de oorzaak van de nierinsufficiëntie en een combinatie van vele andere factoren of er een overschot of een tekort aan natrium ontstaat. 

 

Andere oorzaken van een verstoring van het natrium-gehalte in het bloed, bij een patiënt met nierinsufficiëntie of dialyse-afhankelijke patiënt:

  • Diuretica

    • Naast het verlies van vocht via de urine, wordt ook natrium uitgescheden via de urine door diuretica

  • Ionen-uitwisselaars

    • Bij patiënten die een te hoog kalium-gehalte hebben en het bijvoorbeeld lastig vinden om zich aan het kalium-beperkte dieet te  houden, kunnen ionen-uitwisselaars worden gegeven. Resonium is zo een ionen-uitwisselaar. Het ‘ruilt’ als het ware in de darm kalium tegen natrium. Hierdoor gaat er meer kalium verloren, maar blijft er meer natrium achter in het lichaam. Voor meer info zie 'verdieping labwaarden' en dan blogpost 'kalium'.

  • Samenstelling van het dialysaat.

    • Hoe hoger de concentratie natrium in het dialysaat, hoe lastiger het natrium uit het bloed wordt gefilterd.

bottom of page